aflevering 1
Hengevelderstraat (vondst vloertegels)
Ik zal ons eerst even voorstellen. Wij, de archeologiegroep van het Goors Historisch Museum, bestaan uit drie dames op leeftijd en een jongeman van rond de 50: Trudie Broekman, Truus Kleinsman, Eugenie van Heiningen en Paul Meijerink.
De dames houden zich vooral bezig met het zoeken naar oude scherven en andere zaken, waar het oog op valt. De heer in ons gezelschap beschikt over een hele mooie metaaldetector en is gefocust op alles wat van metaal is, maar hij krijgt ook steeds meer interesse voor scherven.
In 2017 hoorden we dat de panden 29 tot en met 37 aan de Hengevelderstraat afgebroken zouden worden.
Meteen gingen bij ons de alarmbellen af, want de Hengevelderstraat is één van de oudste straten van Goor met een hele rijke geschiedenis.
Hier moest zeker wat te vinden zijn uit de rijke Goorse historie. We probeerden op vriendschappelijke voet te komen met de slopers. Trudie is daar heel goed in, die neemt af en toe een thermoskan koffie mee met een paar lekkere koeken en dat doet wonderen. Voordat de panden afgebroken werden, mochten we er zelfs een kijkje nemen. In eerste instantie vielen ons de prachtige vloertegels op in de gang van nummer 29.Â
In dit pand heeft Hans Gerritse gewoond en had hij er een schilderachtige dump-shop. In een ver verleden ben ik daar ooit de winkel binnengestapt met de vraag of hij metaaldetectoren verkocht. Helaas was dat niet zo, maar deze Hans Gerritse was wel geĂ¯nteresseerd in de Geschiedenis van Goor en ‘hoe kan het ook anders’ hield zich bezig met archeologie. Toen wij blijk gaven van interesse voor de tegels, gaf de sloper aan, dat hij er wel een aantal voor ons uit de vloer wilde halen. Enkele dagen later kregen we een stapeltje van die tegels met de bijbehorende randjes in de handen gedrukt.Â
Zielsgelukkig togen we er mee naar ons museum en legden ze onderin de vitrine. De tegels hadden aan de achterkant de letters CWR. Op het internet vonden we dat de tegelfabriek in BelgiĂ« had gestaan, in 1910 was opgericht en in de loop van de 20e eeuw failliet ging door de concurrentie van de goedkopere tegels uit Zuid Europa, ‘Ceramique Welkenraedt’ was de naam van de fabriek.
Bijna dagelijks gingen we een kijkje nemen om te zien hoe de sloop vorderde. Dankzij de medewerking van de slopers kregen we ook de gelegenheid om uitgebreid foto’s te maken. Bij toeval ontdekten we in pand nummer 37 een oude lemen muur. De mannen gingen zelfs zover, dat ze een fragment van de muur voor ons uitzaagden.
Helaas viel het stuk muur, dat uit wilgentakken en leem bestond, al gauw uit elkaar en konden we het niet lang in ons museum tentoonstellen. Toen Hans Gerritse enkele dagen later een bezoek bracht aan ons museum vertelden we hem enthousiast over de mooie tegels, die we gevonden hadden in zijn oude huis.
Met enige teleurstelling hoorden we van hem, dat hij de tegels er zelf had gelegd en dat ze afkomstig waren uit een oud huis in Utrecht. Een mooi vorm van hergebruik en eigenlijk verandert dat niets aan de vondst. Het blijven mooie tegels en het blijft een mooie vondst met een leuk verhaal.
Eugenie van Heiningen (namens de archeologie werkgroep van het Goors Historisch Museum)