Terug in de tijd met natuurkenner en natuurfotograaf Han Brinkcate
Het ‘Hofweekblad’ heette toen ‘Deldens Weekblad’
Aflevering 15, 30 januari 1991
Ook in Twickel komen ‘s zomers veel verschillende soorten vlinders voor. Deze vlinders kunnen we in twee groepen indelen, namelijk de nachtvlinders en de dagvlinders. Net als met zoveel dieren gaat het met de vlinders ook niet goed. In de laatste decennia zijn al een vijftien soorten dagvlinders uit Nederland verdwenen en ruim dertig soorten sterk tot matig achteruit gegaan. De reden hiervan is de uitbreiding van dorpen en steden en de aanleg van steeds meer wegen, enzovoort. De overgebleven geschikte plaatsen worden nadelig beinvloed door vervuiling van het water, de bodem en de lucht. Ook nadelig is het versnipperen van het landschap. Hierdoor komen de vlinderplaatsen te ver uit elkaar te liggen. Opnieuw vestigen is voor veel dagvlinders in ons huidige landschap niet meer mogelijk. Dagvlinders hebben meestal felle kleuren (zie foto citroenvlinder) en zoals het woord al zegt, vliegen ze overdag. Deze dagvlinders vind je vooral op plaatsen waar veel bloemen bloeien. Uit deze bloemen halen ze nectar, dit zorgt ervoor dat ze kunnen vliegen en voor nakomelingen kunnen zorgen (energie). Dijken, sloten en wegbermen met veel soorten bloemen vormen voor de vlinders belangrijke verbindingswegen. Jammer genoeg worden ze hier veelal massaal door voorbij razende auto’s doodgereden. In de beschutting hiervan kunnen ze van bloem tot bloem met een beetje geluk hun favoriete leefgebieden bereiken. Om de eitjes af te zetten heeft elke vlinder een specifieke plant nodig. Zodra de rupsen uit de eitjes komen, voeden ze zich met de bladeren van deze planten. Als de rupsen volgroeid zijn veranderen ze in een pop, waaruit later de vlinder komt. Dagvlinders overwinteren als pop, rups of ei. Maar er zijn ook soorten, zoals de kleine vos, de dagpauwoog en het citroentje, die als vlinder door de winter gaan. De dagpauwoog is wel de mooiste en bekendste vlinder. Deze vlinder legt haar eitjes op de brandnetel. ‘s Winters overwintert deze soort in holle bomen, schuren en huizen. ‘s Zomers treffen wij ze aan in tuinen met veel bloemen (vooral vlinderstruiken). Bij de inrichting van ons landschap is het belangrijk om rekening te houden met vlinders door bijvoorbeeld planten te poten die vlinders aantrekken. We zijn inmiddels ruim 30 jaar verder en hebben nog steeds niet geleerd dat je bloemrijkebermen met rust moet laten, daar hier zeer veel insectensoorten op af komen en dus pas ver in het najaar aan maaien hiervan moet denken. Dit om zo min mogelijk schade aan te richten aan planten en dieren.
Voor meer natuur kunt u ook kijken op www.hanbrinkcatenatuurfotografie.nl, of op www.hofweekblad.nl onder de button natuur.