Terug in de tijd met natuurkenner en natuurfotograaf Han Brinkcate
Het ‘Hofweekblad’ heette toen ‘Deldens Weekblad’ Aflevering 6, 12 september 1990
Hazelwormen zijn geen wormen en het zijn ook geen slangen, al hebben deze reptielen er wel heel veel van weg. Hazelwormen behoren tot de hagedissen. In dit geval hebben wij te maken met een pootloze soort. In Twickel is de hazelworm niet echt zeldzaam. Dat je hem niet vaak tegenkomt is het gevolg van zijn verborgen leven. Het meeste geluk om er een te zien heb je op wat vochtige terreinen, zoals hakhoutwallen, bosranden, maar ook wel op heidevelden. Voor een groot deel van de dag leven hazelwormen ondergronds. ‘s Morgens en ‘s avonds en vooral na een regenbui komen ze bovengronds. Alleen de vrouwtjes, die drachtig zijn, liggen overdag vaak te zonnen. In april, begin mei paart de hazelworm. Het mannetje pakt het vrouwtje met zijn bek achter de kop of bij de neus, zodat er enige tijd littekens zichtbaar blijven. Soms duurt de paring wel 15 uur. In augustus worden de eitjes afgezet, 1 tot 2 cm groot en om de 5 à 10 minuten een. Het aantal eitjes is afhankelijk van de leeftijd, maar meestal zijn het er 6 tot 12.
Net als de adder is ook de hazelworm eierlevendbarend. Als de jongen na enkele minuten uit de net afgezette eitjes komen, zijn ze ongeveer 8 cm lang. Mannetjes zijn met 3 jaar en vrouwtjes met 4 jaar geslachtsrijp.
Hazelwormen kunnen als ze hun staart nog bezitten, een lengte van 35 cm bereiken. In geval van nood, als bijvoorbeeld een vijand de hazelworm te pakken heeft, kan deze zijn staart laten afbreken om zo te ontsnappen. De staart groeit wel weer aan maar wordt nooit meer zo mooi als voorheen.
Mannetjes krijgen we bijna nooit te zien, deze krijgen namelijk hun lichaamswarmte niet gelijk van de zon (hetgeen de vrouwtjes wel krijgen), maar van de bodemlaag die door de zon wordt verwarmd. Reptielen zijn koudbloedige dieren. Hun temperatuur is afhankelijk van de omgeving.
Het voedsel van de hazelwormen bestaat uit wormen en naaktslakken die bij regen of dauw boven de grond komen, daarom zijn ze al vroeg op pad om te jagen. Af en toe eten ze ook wel sprinkhanen, jonge hagedissen en jonge ringslangen. Hazelwormen hebben voorkeur voor langzame prooien omdat ze niet zo snel zijn als bijvoorbeeld slangen.
Half oktober kruipen ze weer onder de grond om te overwinteren. Dit doen ze in een bestaand hol of ze graven er zelf een, 15 tot 60 cm diep. Eerst verdwijnen de oudere hazelwormen en daarbovenop gaan de jongen. Jaar na jaar gebeurt dit zo.
Hazelwormen kunnen een leeftijd van 28 jaar bereiken. Voor de mens is de hazelworm niet gevaarlijk, al steken ook deze reptielen regelmatig hun gespleten tongetje uit. Nu 31 jaar later, zou u toch denken dat de mensheid wijzer zou zijn geworden. Niets is minder waar. Veel hazelwormen en hagedissen vinden de dood onder de fietsbanden met een grof profiel van mountainbikers tijdens het zonnen op bepaalde mountainbikeroutes. Jammer!
Voor meer natuur kunt u ook kijken op www.hanbrinkcatenatuurfotografie.nl, of op www.hofweekblad.nl onder de button natuur.