woensdag, 22 maart 2023
spot_img
HomeNatuurIn de Twickelse bossen is meer te zien dan alleen maar bomen

In de Twickelse bossen is meer te zien dan alleen maar bomen

Terug in de tijd met natuurkenner en natuurfotograaf Han Brinkcate

Het ‘Hofweekblad’ heette toen ‘Deldens Weekblad’

Aflevering 7, 16 januari 1991

Reeën komen in Twickel veel voor. Deze dieren hebben een voorkeur voor parklandschappen, waarin een afwisseling bestaat van bos, weide, akker en heidevelden. Maar ook in andere terreintypen kunnen reeën leven, als er maar voldoende rust en voedsel is. In tegenstelling tot de meeste andere hertachtigen vertoont de ree een opvallende plaatstrouw. Alleen in de wintermaanden verblijven de dieren in kleinere of grotere groepen, ook wel ‘sprongen’ genoemd.

Als het voorjaar aanbreekt vallen deze sprongen uiteen en dan zoeken de oudere dieren meestal weer de plaats op waar ze het voorgaande jaar hun territorium hadden. In deze tijd zoeken ook de jonge dieren voor het eerst een gebied op waar ze zich kunnen vestigen, alle gevaren die ze hierbij tegenkomen trotserend (zie foto ree nadert autoweg). Veel reeën verongelukken op hun zwerftocht, doordat ze met auto’ s of treinen in botsing komen. Door de aanleg van steeds meer nieuwe autowegen rond of dwars door een bos, worden deze dieren steeds verder teruggedrongen in kleinere gedeelten waar ze zich kunnen ophouden. Een ander gevaar wat ze bedreigt, is inteelt omdat ze geen mogelijkheid meer hebben om soortgenoten uit andere gedeelten van het bos te ontmoeten.

In de wintermaanden vormen de bokken een nieuw gewei. Als dit volgroeid is, sterft de bast van het gewei af en vegen ze de huidresten tegen dunne boomstammetjes af. Oudere bokken beginnen hier soms al omstreeks februari / maart mee. Jongere bokken vegen gewoonlijk later in het jaar. Als de geiten in het voorjaar hun wintervacht verliezen, krijgen ze hun kalfjes (soms een, maar meestal twee). Intussen hebben de bokken hun territorium ingenomen, dat ze afbakenen met geurstoffen uit klieren op hun kop en tussen de hoefjes. Net als de bast van het gewei wordt ook de klierafscheiding tegen bomen geveegd. Dit territorium wordt vanaf het voorjaar tot na de bronstijd (half juli tot augustus) verdedigd tegen mannelijke indringers. Voor de copulatie (paring) wordt de bronstige geit door de bok ‘gedreven’. Ze rent dan, achtervolgd door de bok, een paar keer in hetzelfde kringetje rond. Hoewel de geit meestal in juli al wordt bevrucht, komt de ontwikkeling van de embryo pas in november op gang. Dit wordt een verlate implantatie genoemd.

Als in het najaar de wintervacht weer is verschenen, werpen eerst de oudste bokken en daarna de jongeren hun gewei af. Nu worden ook weer de sprongen gevormd. Gemiddeld verongelukken rondom Delden 4 a 6 reeën per week, waar melding van wordt gemaakt. De rest is bij mij onbekend! 

Voor meer natuur kunt u ook kijken op www.hanbrinkcatenatuurfotografie.nl, of op www.hofweekblad.nl onder de button natuur. 

Nieuwstip of nieuwe informatie?

Tip onze redactie via een WhatsApp-bericht: 06 11 43 55 22

Natuur

Laatste Nieuws